In 2024 raakten naar schatting 7.400 mensen ernstig gewond in het verkeer in Nederland en kwamen 675 mensen om het leven. Het zijn schokkende cijfers die pijnlijk duidelijk maken hoe kwetsbaar verkeersdeelnemers zijn. Gelukkig kunnen technologische ontwikkelingen een groot verschil maken: nieuwe voertuigen worden tegenwoordig standaard uitgerust met een aantal rijhulpsystemen die ongelukken in het verkeer kunnen helpen voorkomen.

Terwijl deze systemen levens kunnen redden, dreigt er wel een ander gevaar: verwarring. In de volksmond, maar ook in de media, wordt er vaak gesproken over ‘zelfrijdende auto’s’ (ADS), terwijl het in werkelijkheid gaat om auto’s met rijhulpsystemen (ADAS). 

Waarom is dit onderscheid zo belangrijk?

1.      Alertheid van de bestuurder – als bestuurders denken dat hun auto volledig zelfstandig kan rijden, neemt hun oplettendheid af. Rijhulpsystemen (zoals Lane Keep Assist of Adaptive Cruise Control) zijn ondersteunend aan de rijtaak, maar zullen deze nooit overnemen. De bestuurder blijft dus te allen tijde verantwoordelijk voor het correct uitvoeren van de rijtaak.

2.      Voorkomen van schijnveiligheid – correcte terminologie en communicatie voorkomt dat bestuurders systemen overschatten en onnodige risico’s nemen.

3.      Basis voor toekomstige ontwikkelingen – een duidelijk onderscheid tussen ADAS en ADS maakt de transitie van geassisteerd rijden naar autonoom rijden mogelijk. 

Laten we dit niet oppervlakkig behandelen. Heldere taal en meer kennis over rijhulpsystemen helpt iedereen: het voorkomt menselijke leed én legt de juiste basis voor de toekomst van autonoom rijden.

Oproep namens de ADAS Alliantie

De ADAS Alliantie roept media, fabrikanten, beleidsmakers én bestuurders op om nauwkeurig te blijven in het gebruik van terminologie:

•       Spreek van ‘rijhulpsystemen’ of ‘ADAS’ wanneer de bestuurder verantwoordelijk is.

•       Gebruik ‘zelfrijdende auto’s’ of ‘ADS’ uitsluitend voor voertuigen die autonoom kunnen rijden en waar de bestuurder niet verantwoordelijk is.