Auke van Wersch vertegenwoordigt in het ADAS Kernteam het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, waar hij actief is als beleidsmedewerker Smart Mobility. Hij heeft een achtergrond in mobiliteitsbeleid en digitale transitie en werkte eerder aan uiteenlopende mobiliteitsdossiers op het snijvlak van innovatie, regelgeving en gedragsverandering. “Binnen IenW houd ik me bezig met digitaal verkeersmanagement, de opkomst van slimme voertuigtechnologie, zoals ADAS, en de rol van de overheid in een snel veranderend mobiliteitssysteem.”
Digitalisering en automatisering zorgen ervoor dat de wereld van mobiliteit sneller verandert dan ooit. Ook zorgen nieuwe Europese regels ervoor dat Advanced Driver Assistance Systems (ADAS) in rap tempo gemeengoed worden in het wagenpark. Om de verkeersveiligheidspotentie van deze systemen optimaal te benutten hebben we volgens Van Wersch een andere rol van de overheid nodig.
“Traditioneel vervulde de overheid vooral de rol van rechtmatige overheid,” vertelt Van Wersch. “Dat betekent: de politiek stelt doelen, die de ambtelijke dienst uitvoert binnen de geldende randvoorwaarden. Die rol blijft belangrijk, maar is niet meer voldoende. Mobiliteit is simpelweg te complex geworden om alleen vanuit regels en procedures te sturen. Daarom opereren we ook in de rol van een netwerkende overheid: we gaan ‘naar buiten’ en zoeken actief de samenwerking met maatschappelijke organisaties en partners in het veld. Want resultaten bereik je nooit alleen. Binnen de ADAS Alliantie werken we daarom samen met koepels, brancheorganisaties, fabrikanten en andere stakeholders om écht stappen te zetten.”
Die samenwerking is volgens hem cruciaal. “Wie verkeersveiligheid wil verbeteren, moet kijken naar de driehoek van voertuig, infrastructuur en gedrag. Veel traditionele maatregelen hebben we al geprobeerd – van gescheiden fietspaden tot campagnes tegen afleiding in het verkeer. En van het veiliger maken van bermen tot snelheidsremmende drempels. Maar de maakbaarheid van verkeersveiligheid kent grenzen. Grote infrastructurele ingrepen zijn kostbaar, en bovendien zijn er simpelweg te weinig mensen beschikbaar om al het werk uit te voeren. Tegelijkertijd ontwikkelen voertuigen zich razendsnel. Daar ligt een enorme kans.”
Die kans ligt in de toekomst bij zelfrijdende voertuigen, maar zit op dit moment nog vooral bij de ingroei van rijhulpsystemen in het Nederlandse wagenpark. Door Europese verplichtingen zijn veel nieuwe auto’s tegenwoordig standaard uitgerust met een aantal rijhulpsystemen die ongevallen voorkomen of de impact ervan beperken. “Maar technologie alleen is niet genoeg,” waarschuwt Van Wersch. “Uit de laatste Monitor Smart Mobility blijkt dat het kennisniveau van weggebruikers nog veel te laag is. Veel mensen weten niet dat hun auto over bepaalde systemen beschikt, hoe ze werken of hoe ze optimaal te gebruiken zijn. Daar ligt voor de ADAS Alliantie een duidelijke opgave: zorgen voor betere voorlichting en begrijpelijke informatie, zodat we de veiligheid verhogende potentie van deze systemen volledig kunnen benutten.”
Met zijn blik gericht op samenwerking en innovatie kijkt Van Wersch met vertrouwen naar de toekomst. “De mobiliteitswereld is in transitie. Als overheid willen we niet alleen wetten handhaven, maar vooral een partner in het netwerk zijn. Alleen samen kunnen we de belofte van slimme technologie waarmaken en de verkeersveiligheid in Nederland naar een hoger niveau tillen.”